Geschiedenis en religies

Deze 2 zijn onmiskenbaar met elkaar verbonden. De veroveringen en invloeden kwamen uit het westen. De inname van India werd vanuit het noorden onmogelijk gemaakt door het Himalaya-gebergte, het zuiden van India is afgescheiden gebleven van de buitenwereld door bergketens en waterlopen die van west naar oost een natuurlijke grens vormen. De Ariërs waren een nomadisch volk uit de Kaukasus en het iraanse plateau die onder andere het vedisme introduceerden (15de eeuw v C). Deze godsdienst werd overgeleverd met behulp van gezangen, die pas eeuwen later werden opgetekend in het Sanskriet. Vedische goden belichaamden de natuurkrachten en vormden de basis voor het hindoeïsme. De Arische samenleving was heel hiërarchisch opgebouwd rondom brahmanen (priesters), welke aan de basis ligt van het kastenstelsel dat nog steeds actueel is. Als reactie tegen dat strakke systeem ontwikkelden zich het boeddhisme (filosofie) en jaïnisme, welke zich verzetten tegen het kastensysteem en waar de reïncarnatiecyclus centraal staat. Koning Ashoka (3de eeuw v C, van hem is ook het blauwe 24-spakige wiel in het midden van de indiase vlag afkomstig – de Ashoka Chakra) steunde het boeddhisme om zich van de brahmanen te bevrijden, maar om te overleven vijlde het brahmisme de scherpe kantjes weg. Het boeddhisme kreeg een religieus karakter door Boeddha te vergodelijken en veroverde in de loop der eeuwen het Verre Oosten. Ashoka was de eerste in de Indiase geschiedenis die begreep welke politieke kracht van het religieuze kan uitgaan. Onder andere onder zijn bewind werd een reusachtig rijk gevormd dat pas in de 16de eeuw door de Mogols zou worden geëvenaard. Na de dood van Ashoka brokkelde het rijk helemaal uiteen.
Over de eeuwen heen werd nog verschillende rijken gevormd met vooral invloeden vanuit het westen en verschoof het machtscentrum van noord naar zuid. Dit gebeurde tijdens de middeleeuwse periode (7de-11de eeuw), welke ook de vruchtbaarste was voor de kunst. Moslimdynastieën van Turkse oorsprong heersten in de streek van het huidige Delhi. Door interne conflicten en dreigingen van buitenaf waren deze moslimdynastieën kwetsbaar en bijzonder agressief. Ze drongen zelfs verder door naar het zuiden, maar daar stootten ze op hindoeïstische weerstand. Tal van tempels werden verwoest, de islam werd opgelegd en hindoes werden vervolgd. Conflicten met een bittere nasmaak…
Moslimse mogols kwamen in de 16de eeuw in India aan en stichtten er een koningkrijk dat 3 eeuwen stand hield. Onder andere de Taj Mahal is onder hun bewind gebouwd. De 18de-eeuwse Perzische invasie zwakte het rijk af en door de Sepoys doofde het in 1857 voorgoed uit.De Portugezen waren al sinds de 16de eeuuw in India en kregen al snel het gezelschap van de Fransen en de Engelsen (vanaf de 17de eeuw). Ze hadden het vooral op specerijen en peper gemunt. De Engelsen verjoegen in de 18de eeuw de Fransen. De Britten bleken niet toleranter of verstandiger dan hun islamitische voorgangers, want dit nieuwe rijk ging na de Tweede Wereldoorlog ten onder aan de actie van Mahatma Gandhi. Pas in 1947 gaf de Engelse kroon zijn bewind op en werd Nehru president. Door de afkeer van de hindoes voor de voormalige moslimveroveraars kon de splitsing van het land niet vermeden worden en zo ontstond Pakistan en raakte India zijn oudste archeologische vindplaatsen kwijt. De Nehru-Gandhi dynastie regeerde enkele decenia. Sinds juli 2002 is Abdul Kalam staatshoofd.